Nieuws

Op 8 november kwamen zo'n 150 betrokkenen bij de biodynamische beweging in Antropia bijeen ter voorbereiding van het 100-jarig jubileum in 2024.

Als voorzitter van Stichting Demeter verteldeTineke in een authetieke, urgente, uitvoerige, inspirerende, biografisch getinte toespraak waarom de biodynamische landbouw ook in Nederland meer ruimte verdient:

"Opdat de mens zon wordt voor de aarde"

Betoog van Tineke van den Berg, in aanloop naar het 100-jarig bestaan van de BD-vereniging in 2024

Het waren de tachtiger jaren van de vorige eeuw. De wereld stond in brand. Er waren kruisraketten die op ons gericht stonden en radioactief afval dat in zee werd gedumpt. Er was een Intifada gaande en enorme werkeloosheid onder schoolverlaters. Er was zure regen, de bossen gingen verloren, dier- en plantensoorten verdwenen door te veel fosfaat in de bodem en in het oppervlaktewater. Ik was 18 en wilde geen moeder worden in zo'n uitzichtloze wereld. Nu, 45 jaar later, staat de wereld weer, en nog erger, in brand. Dat voel ik dagelijks en het doet pijn. Het klimaat raakt ontwricht, de bossen branden af, er is oorlog vlakbij, rijkdom en armoe verscheuren de wereld, biodiversiteit verdwijnt door te veel stikstof in de bodem en in het oppervlaktewater. En de landbouw heeft zichzelf onmogelijk gemaakt. Onze dochter staat op de barricade met Extinction Rebellion. Ze wil geen kinderen in een wereld zonder toekomst. Ik steun haar acties zoveel als mogelijk. En ik hoop dat ze ooit van gedachten verandert over dat moederschap. We hebben immers nieuwe mensen nodig om nieuwe problemen het hoofd te bieden. Mensen zoals onze kinderen die zich, met ons, willen inzetten voor de wereld.

Ik wil het vandaag, in het kleine uurtje wat ongetwijfeld te kort zal zijn, hebben over wat BD-landbouw betekent voor de wereld. Ik doe dat aan de hand van mijn eigen ervaringen als BD-boer. Ook wil ik het hebben over het boek Van Agro-industrie naar Landbouwkunst. In dit boek, waar ik straks nog wat meer over zal vertellen, valt de auteur op de eerste pagina meteen met de deur in huis. Hij zegt daar: ‘’de huidige industriële landbouw is failliet; tijdperk ten einde. Een nieuw tijdperk breekt aan”. Dat vonden u en ik in 1980 al, maar pas nu is dat besef ook breed aan het doordringen in wetenschap en politiek.

En dan nog denk ik: dat nieuwe tijdperk zal er niet zonder slag of stoot komen. We zitten nu nog midden in de weerstand van de instortende boedel (die volgens velen nog gestut en gered moet worden) en als je de balans opmaakt van wat er sinds de boerenprotesten, de Remkes' gesprekken en de onderhandelingen over een landbouwakkoord werkelijk is gebeurd aan de landbouwtransitie in dit land, is het niet moeilijk om alle moed te laten zakken.

Maar!

In alle onrust van de afgelopen twee jaar is wel het Groenboerenplan ontstaan, waar de BD-beweging zich samen met andere boeren- en maatschappelijke organisaties nog steeds keihard voor inzet. Het laat zien dat een beweging meer is dan één organisatie. Het heeft nieuwe samenwerkingen opgeleverd, en perspectief richting de toekomst. Ook heeft het Groenboerenplan geleid tot steeds meer bekendheid van biodynamische en biologische producten. Consumenten, wetenschappers en ambtenaren tonen meer kennis en belangstelling. Ook de markt is volop in beweging. Biologisch is inmiddels niet meer weg te denken uit de supermarkt en Demeter is het premium merk in de natuurvoedingswinkels. En dan is Nederland nog bepaald niet het beste voorbeeld in Europa.

En ook steken onze ministers de loftrompet over BD-boeren en noemen ons de ambassadeurs van de landbouw van de toekomst. Van de toekomst? Ik ben nu bijna 30 jaar biodynamisch boer. Anderen gingen ons lang voor. Die toekomst is al 100 jaar begonnen!

Je merkt in deze tijd de zoektocht naar nieuwe perspectieven voor de landbouw. Zo poppen er steeds ‘nieuwe’ namen op: milieuvriendelijke landbouw, duurzame landbouw, ecologische landbouw, regeneratieve landbouw, kringlooplandbouw, plantaardige landbouw, natuurinclusieve landbouw, permacultuur, dierwaardige landbouw, agroforestry, diervriendelijke landbouw, beterlevenlandbouw, voedselboslandbouw, enzovoort. Het zijn stromingen en benamingen die met elkaar gemeen hebben, dat ze een reactie zijn op de scheefgroeiingen in de gangbare landbouw. Ze staan voor méér boeren, of méér natuur, of méér betrokkenheid, of meer kruiden, of meer ruimte voor dieren, of meer biodiversiteit; eigenlijk meer van alles waaraan door de landbouw van de afgelopen honderd jaar een gruwelijk tekort is ontstaan. Soms zijn het groene stickers op schijnduurzaamheid, zoals de term ‘regeneratieve’ landbouw, waarmee de agro-industrie probeert om echte duurzaamheid te laten verwateren. De meeste van de nieuwe stromingen echter hebben een waardevolle bijdrage aan een deel van de oplossing.

Je vindt het dan ook allemaal terug in biodynamische landbouw. Al 100 jaar laat BD-landbouw zien hoe al die verschillende vormen van groene landbouw in de praktijk werken. En het laat nog veel meer zien. Want BD-landbouw werkt niet aan deeloplossingen. Het is geen one-issue partij. Bij alles wat er beter moet, of anders moet, toont BD-landbouw een totaalvisie.

Immers:
BD-landbouw plaatst de verschillende landbouwsectoren in de juiste verhouding tot elkaar en tot de draagkracht van de aarde en blaast daarmee het gemengde bedrijf nieuw leven in, in hernieuwde vormen van samenwerking.

En:
BD-landbouw beschouwt en behandelt de bodem als een levend bedrijfsorgaan en geeft daarmee een oplossing voor de grote problemen op het gebied van waterhuishouding, structuur en bemesting.

BD-landbouw geeft daarmee een diep besef van een verloren gegane, en weer nieuw te bouwen landbouw-cultuur.

Demeter is inmiddels in 65 landen wereldwijd het grootste merk voor gecertificeerde biologische landbouw. In Nederland is ze met nog geen 200 landbouwbedrijven klein, maar dapper en belangrijk, want zij loopt voorop in vele nieuwe ontwikkelingen. Demeter dat is Bio met een gouden randje. Demeter-bedrijven zijn de pioniers die de landbouw nodig heeft om zich verder te ontwikkelen. Het zijn ook de mooiste en best presterende bedrijven als het gaat om opbouw van bodemvruchtbaarheid, en ook als het gaat om landschapsontwikkeling, natuurinclusiviteit en verbinding met de samenleving (denk daarbij aan: stadslandbouw, community supported agriculture, directe verkoopsystemen, zorg, energie en educatie)

We willen het komende jubileumjaar benutten om dat nog veel zichtbaarder te maken en de aandacht voor BD verder te vergroten. Zodat nòg meer mensen bij de BD-boer gaan kopen, en in de natuurvoedingswinkel voor Demeter kiezen.

Ook de passie van de boer is kenmerkend op BD-bedrijven, en de andersoortige ondernemerszin, de maatschappelijke betrokkenheid, de collegialiteit en de gemeenschapszin. Dat hebben we keihard nodig want de bierkaai is echt hoog.

BD-boeren beseffen dat er meer is tussen hemel en aarde, en dat het er op aankomt om dat besef in de bedrijfsvoering leidend te laten zijn. Ook als dat zich niet direct uitbetaalt in de portemonnee. Voorbeelden daarvan zijn, dat op BD-bedrijven bijen er niet alleen voor de bestuiving zijn en dat bloemenstroken er niet alleen voor de pr zijn. En dat preparaten niet gebruikt worden om meer opbrengst te halen. Er is planeetwerking, er zijn kiezelkrachten, er zijn natuurwezens, en een bedrijfsindividualiteit. Allemaal onzichtbaar en onmisbaar. Dit te mogen verzorgen is onbetaalbaar.

Mij brengt dit een diepe zucht van verlichting en herkenning. Een ankerpunt te hebben en een kompas. Dat maakt BD-landbouw voor mij waardevol. Het is een parel die we moeten koesteren en die we keihard nodig hebben om de grote transitie in de landbouw te kunnen voltrekken. Het is iets wat ik iedere boer zou gunnen. Ik hoop dan ook dat we in het komende jubileumjaar niet alleen meer burgers, maar ook meer boeren kunnen enthousiasmeren voor Demeter.

Terugkijkend op het begin van mijn boerenbestaan herinner ik me hoe ik de biodynamische landbouw leerde kennen. Toevallig (?!) kwam ik op een BD-bedrijf in Zweden terecht toen ik mijn landbouwopleiding onderbrak en een tijdje in het buitenland wilde werken. Ik maakte kennis met biodynamische boeren, deed mee aan een cursus fenomenologie, plukte kamillebloempjes, deed mijn eerste euritmiepasjes, leerde kiezel fijnmalen, en ik voelde me Alice in Wonderland. Toen ik op een dag op de akker zwarte bessen aan het oogsten was, werd de serene rust en stilte opengescheurd door een overvliegende straaljager. Het was of die mij terugriep naar de ‘gewone’ wereld, die immers in brand stond. Je zou het bijna vergeten….

Ik ging terug naar Nederland en ik meldde me aan op de landbouwschool in Deventer. Daar ging het over veevoedingsbalansen, bemestingsadviezen, commerciële economie en gewasbescherming.

Ik deed mijn best op school en klom intussen weer op de barricaden. De BD-landbouw bewaarde ik zolang op een dierbaar plekje in mijn hart. Het lag daar niet verborgen niks te doen, maar was het motortje waar ik warm door liep en waar ik warm voor liep. En nog steeds is het BD-landbouw waar ik dagelijks met hart en ziel in werken wil, én het is tegelijkertijd wat ik nodig heb, om me te kunnen blijven inzetten voor verandering.

Inmiddels zijn we eind jaren tachtig.

Ik ging stagelopen en werken bij BD-boeren; dat is immers de enige manier om BD echt te leren kennen. Ook volgde ik enkele cursussen en studiegroepen van Michiel Rietveld; eerst op Kraaybeekerhof en later elders in het land. Zo leerde ik de sterrenwereld kennen en haar relatie met de aarde. Dat voelde als thuiskomen! Ik leerde de kunst van composteren, en de werkelijke waarde van de koe. De landbouwcursus verhuisde van mijn boekenkast naar mijn hart. Toen het uiteindelijk zover was, werd het vanzelfsprekend de basis voor mijn bedrijf. Bij de start trouwens van onze boerderij hebben we het erf moeten kraken om ambtelijke impasses te doorbreken. Om maar aan te geven dat BD-landbouw en activisme steeds samengaan in mijn leven.

De keuze voor BD-landbouw maak je elke dag weer. Graag vertel ik nog wat meer waarom en hoe ik dat nog steeds iedere dag van harte doe.

Op de eerste plaats heel praktisch: ‘’BD-landbouw is een methode die werkt’’.

Ontstaan in Europa is het als ‘’biodynamics’’ over de hele wereld uitgewaaierd en op dit moment levender in andere delen van de wereld dan in Europa zelf. Groter in landen waar spiritualiteit nog vanzelfsprekend is (India) en in landen waar boeren als vanzelf nog in verbinding staan met de natuurkrachten, met het landschap, en met de aarde als levend organisme (Zuid-Amerika).

Eigenlijk logisch dat het in Europa, en zeker in Nederland, veel langzamer groeit. Er is hier letterlijk èn figuurlijk geen ruimte voor BD-landbouw. Letterlijk is er geen ruimte omdat grond hier schaars is en dus onbetaalbaar. En omdat landbouw helemaal onderaan het lijstje staat van planologische functies die belangrijk zijn in dit land, terwijl voor de extensieve BD-landbouw juist extra grond nodig is. Dat kan natuurlijk ook prima natuurgrond zijn. Maar landbouw en natuur, die zijn in ons land heel ver uit elkaar gegroeid en tot tegenpolen geworden. Terwijl voor BD-landbouw verweving van natuur in de landbouw een voorwaarde is.

Figuurlijk is er hier geen ruimte voor BD omdat ons denken en werken zó is gerationaliseerd dat er geen geestelijke wereld meer kán bestaan. Terwijl dat, zoals ik daarnet al zei, een uitgangspunt is van BD-landbouw. Daarmee zijn we dus ook ontwikkelperspectief kwijtgeraakt.

So be it;

BD bewijst in de rest van de wereld wèl haar waarde. In Egypte weten BD-boeren het droge land tot vruchtbare akker te maken en bouwen zo oases tegen de almaar oprukkende woestijn. In India groeit dankzij BD-landbouw een tegenbeweging tegen de desastreuze gevolgen van de ‘’groene revolutie”. Dat maakt dorpsgemeenschappen en collectieven van kleine boeren ònafhankelijk van kunstmest en pesticiden.

Toch denk ik dat we ook in Nederland veel meer ruimte moeten maken voor BD-landbouw. Letterlijk èn figuurlijk.

De gangbare, industriële landbouw is immers failliet verklaard. Met hier en daar een emissiearme vloer of een stalluchtfilter gaan we dat niet oplossen. Ook de technische bio landbouw, voor zover op gangbaar denken gebaseerd, gaat de oplossing niet brengen. Is het misschien hier in West-Europa behalve de ontwrichting van het voedselsysteem, landschap en klimaat, ook de sociale armoede van onze samenleving en de teloorgang van het platteland, waar BD-landbouw een antwoord op kan geven?

Ik ben ervan overtuigd. Van het begin af aan en steeds meer.

Ik zie het thuis op onze boerderij op de boerenmarkt, in de zorgwerkplaats en op het woonerf: de BD-boerderij maakt andere manieren van wonen, werken en leven mogelijk.

Wat is dan het geheim van biodynamische landbouw?...

Bij de ingang van het Voorhuis op onze boerderij hangt sinds jaar en dag deze spreuk: 

Van de zon, door de aarde, voor de mens.
Opdat de mens zon wordt voor de aarde.

Gaandeweg door de jaren heen is deze spreuk steeds meer voor me gaan betekenen. Ben ik er steeds meer in gaan lezen.

Van de zon, door de aarde, voor de mens
Opdat de mens zon wordt voor de aarde.

Het gaat over voedselproductie, zeker. En over zorg voor de aarde. En zorg voor elkaar. Maar net zoals je in de Landbouwcursus bij iedere keer lezen weer nieuwe inzichten opdoet, gaat deze spreuk ook steeds meer zeggen, als je er mee leeft. Dan gaat het ook over de ontwikkeling van de mens en van de aarde in geestelijke zin. En over de verantwoordelijkheid en de unieke mogelijkheid die de mens heeft om de aarde verder te brengen in haar ontwikkeling.

Dat is voor mij de bedoeling van BD-landbouw: naast uitwaaieren en uitbreiden over de wereld, moeten we ook verdiepen, onderzoeken, grenzen verleggen, nieuwe stappen zetten, ontwikkelen. Dat alles vanuit een diep weten, vanuit een grote kennis van de bron. En die bron is springlevend en hoogst actueel. Daarin ligt nog voor decennia nieuwe landbouwimpuls besloten. Daarom betekent 100 jaar BD-landbouw voor mij: voorwaarts naar die bron.

Als ik me realiseer wat de BD-landbouw is en in zich heeft, kan ik alleen maar zeggen:

Hoe dan?? 100 jaar geleden een week op cursus om een nieuw concept voor de landbouw te vinden. Bezorgdheid, vragen aan meneer Steiner, die geen boer was of landbouwonderzoeker. Wat heeft hij die boeren verteld op die cursus?

Bij aanvang van de bijeenkomst in 1924 wees Steiner op de grote sociale vraagstukken na de eerste wereldoorlog. Hij zei: ‘’Hoe kunnen we op de ontreddering na deze oorlog een samenleving laten ontstaan waar de diepste menselijke waarden tot hun recht kunnen komen en gerespecteerd worden? De gehele maatschappij is daarbij afhankelijk van een goed en duurzaam functioneren van de landbouw.”

Ook zei hij in zijn inleiding dat het opkomende nieuwe denken in de landbouw, wat nu het voor ons gangbare natuurwetenschappelijke denken is, aangevuld zou moeten worden met inzichten uit de geesteswetenschappen. Hij zei: ‘’Gebeurt dat niet, dan zal aan het eind van de twintigste eeuw de kwaliteit van het voedsel zodanig achteruitgegaan zijn, dat voor de verdere gezondheid van de mens, lichamelijk en geestelijk, het ergste te vrezen valt’’. Je moet je voorstellen dat milieu- en gezondheidsproblemen, veroorzaakt door landbouw, nog niet bestonden. Een vooruitziende geest, zeg maar.

Tijdens die Pinkster-cursus, schetste Rudolf Steiner een revolutionair beeld van het landbouwbedrijf: een bedrijf als individualiteit met z'n kop in de grond en ledematen omhoog in de lucht. De bodem als middenrif. Hij gaf een radicaal nieuw concept voor bemesting: niet de mineralen NPK zijn het belangrijkst in bemesting, maar organische stof, bodemleven en de opbouw van humus.

Hij legde uit dat je mineralen niet alleen als voedingsstof moet zien, maar dat ze ook drager zijn van krachten uit de kosmos. En dat dàt is waar planten van groeien en vrucht dragen.

Hij schetste de onmisbaarheid van landbouwhuisdieren in het landbouwbedrijf, als leveranciers van bodemvruchtbaarheid, als verwerkers van resten, als levende wezens die om de zorg van de boer vragen, en die de verschillende bedrijfsonderdelen verbinden tot één levend bedrijfsorganisme.

Hij gaf recepturen voor het maken en toepassen van preparaten die als doel hebben het krachtenspel tussen kosmos en aarde te ondersteunen en reguleren.

Wonderlijke teksten soms, ongrijpbaar, onbegrijpelijk als je ze voor het eerst leest. Iedere BD-boer heeft ze wel in de kast staan, verzameld in het boek wat we de Landbouwcursus zijn gaan noemen. Met deze handreiking zijn honderden en later duizenden boeren aan het werk gegaan. Hieruit heeft zich de biodynamische landbouw kunnen ontwikkelen, en dat gaat nog dagelijks door, over de hele wereld. Overal vindt het haar eigen weg en vorm.

Er zijn wereldwijd Demeter-voorwaarden gemaakt, er is beroepsontwikkeling georganiseerd, er is onderzoek gedaan en er zijn onderzoeksmethodes ontwikkeld, Er is onderwijs en een visie op voeding uit voortgekomen. Alles uit die Pinksterweek in 1924.

Als je nu de Demeter-voorwaarden bestudeert, kun je op basis dáárvan de afweging maken om BD-boer te worden. Of de afzetmarkt kan je doen besluiten om te kiezen voor Demeter. Je kunt kiezen voor de methode. Maar om het te kunnen volhouden en een werkelijk diepgaande verandering van de landbouw te bereiken, is het nodig om ook de bron te leren kennen en de rijkdom daarvan toe te passen in onze bedrijven. Het is aan ons om het gedachtegoed van de BD-landbouw bruikbaar te maken; om het vruchtbaar te kunnen laten zijn.

Hoe doen we dat in deze tijd?

Waar halen we onze geestelijke voeding vandaan, en hoe kan het ons ook nu nog inspireren? Dat zijn vragen die mij bezighouden.

In ruil voor koeiendarm en schedel kreeg ik dit Duitstalige boek cadeau, geschreven door BD- boer Manfred Klett. Het heet, in het Nederlands: Van Agro-industrie naar Landbouwkunst. Soms komen er dingen op je pad, waar je iets mee moet. Het was mij meteen duidelijk: ik ging op zoek naar een vertaler en een uitgever, want dit boek moest in het Nederlands verschijnen.

Echter: zo’n bijzonder boek is mooi, maar pas als je de inhoud met anderen deelt kan het echt gaan leven, is mijn ervaring. Daarom is er na de vertaling in het Nederlands, een tweede vertaalslag nodig. Zeg maar: van de boekenkast naar de hoofden, handen en harten van de Nederlandse en Vlaamse BD-boeren. In mijn ogen zijn we dat aan onszelf en aan de wereld verplicht. Net zoals dat geldt voor de Landbouwcursus, waar dit boek van Manfred Klett eigenlijk een diepgaande uitwerking en toepassing van is.
Waarom het moeilijk leesbare boek van een oude Duitse BD- boer vertalen?

Je kunt het boek zien als een levenswerk, een testament, én als leerstof voor de landbouw van de toekomst.

En wat moet de volgende generatie BD-boeren hiermee?

Als ik de essentie van het boek zou moeten weergeven zou ik zeggen:

Hoe kom je van gangbaar lineaire landbouw naar biologische kringlooplandbouw naar de opwaartse spiraal van de biodynamische landbouw. Landbouw is geen industrie en ook geen natuur maar cultuur, of zelfs kunst. Dat wil zeggen: de mens is leidend, de natuur begeleidend en de techniek dienend.

In dit boek kun je alle onderliggende wijsheid van de BD-landbouw en van de honderdjarige praktijk van BD-landbouw terugvinden. Ook beschrijft het de geschiedenis van de gehele landbouw sinds mensenheugenis. Het boek bevat wijdse vergezichten in de tijd (bijvoorbeeld over de Oerperzische en Indiase cultuurperiode) en in de hele wereld (van Babylonië tot Zuid-Duitsland). Maar ook bevat het zeer concrete besprekingen van bodembewerking en veevoeding. Het alledaagse, praktische landbouwwerk wordt in het licht gezet van de Landbouwcursus van 1924. En de aanwijzingen van de honderdjarige Landbouwcursus worden vertaald in het dagelijkse werk op een BD-boerderij.
Daarmee wordt de betekenis van BD-landbouw per pagina duidelijker en grootser, of je nu leest over de ontwikkelingsstadia van de landbouw door verschillende opeenvolgende cultuurperiodes heen, of over het ontstaan van cultuurgewassen, of over hoe sinds de verlichting de landbouw haar nieuwe draai vond, of over bodems en humuscomplexen of over de aard van herkauwers of de bouw van een boerderijgemeenschap.

Al deze en nog veel meer onderwerpen komen in onderlinge samenhang en tot in detail uitgewerkt in het boek ter sprake. Soms bij herhaling, soms ver uitwijdend, soms in archaïsch lange zinnen. En over alles schijnt het licht van de geesteswetenschap, wat een rijke aanvulling geeft op de natuurwetenschappelijke benadering die wij gewend zijn te hanteren. Zonder die aanvulling gaat het uiteindelijk toch niet lukken om een werkelijk vitale levende landbouw van de toekomst te bouwen. Daar ben ik van overtuigd.
Dat geesteswetenschappelijke licht, dat maakt het er vaak niet makkelijker op. Maar wel waardevoller. Soms is het haast niet te lezen. Het vraagt immers een andere manier van denken. Breder denken, vanuit een andere invalshoek denken, in samenhangen denken. Dan nodigt het uit tot her-lezen, na-denken en tot vragen en gesprek met anderen. Nooit wordt het saai. Het blijft boeien, prikkelen, uitdagen. Het helpt meningen (om)vormen, en het helpt om beweeglijker te leren denken. Het plaatst mijn dagelijkse werk als boer in een heel groot(s) wereldwijd verband. Al lijkt de schrijver, zelf geboren in Tanzania, vaak in Midden-Europa te blijven hangen met zijn grondsoorten en klimaatomstandigheden, zijn boerderijinrichting en economisch kader. Maar, bedenk ik me: deze omgeving is wat ik ken, dit is waar ik werk, waar ik iets kan betekenen. En de essentie ervan is uitstekend te verplaatsen naar andere plekken op aarde. Weer een vertaalslag die te maken is en die we maken moeten. Dat is de verdieping die we nodig hebben. Niet makkelijk, wel noodzakelijk. Zonder de verdieping heeft de landbouw geen toekomst.

Daarom ben ik ontzettend blij te kunnen vertellen dat het boek in het Nederlands volgend jaar met Pinksteren af is en tijdens het feest van de eeuw zal worden gepresenteerd. Alle boerenlicentiehouders krijgen dan het boek cadeau van stichting Demeter. Dus zorg dat je erbij bent op zondag 19 mei!

Daarna komt de tweede vertaalslag, zoals ik al zei, naar onze hoofden, harten en handen, kortom naar ons dagelijkse werk. Hoe gaan we dat doen?

Het zou fantastisch zijn om over een jaar, aan het eind van het jubileumjaar, door het hele land en ook in België te starten met winterleesgroepen. Het zogenaamde Klett-lezen noem ik dat. Daarin kunnen we, op eigen houtje of met begeleiding, met collegaboeren, maar ook met betrokken burgers, zelfgekozen delen van het boek bespreken en herkauwen. Ik verheug me daar al op.

Het boek biedt ook veel onderzoeksresultaten uit de praktijk en nodigt uit tot meer wetenschappelijk onderzoek. Ik hoop dat de inhoud van het boek in dat opzicht ook een rol kan spelen op het wetenschappelijk congres van volgend najaar.

Ook in de eigen werkpraktijk op de boerderij merk ik dat de kennis uit het boek mij meer bewust maakt van mijn handelen en van keuzes, bijvoorbeeld bij bemesting of preparatengebruik. En ook in mijn pogingen om aspecten van bd uit te leggen aan anderen heb ik veel aan het gedachtegoed en de ervaringen van Klett en aan zijn manier van kijken en van vertellen. In excursies, gesprekken en rondleidingen op de boerderij probeer ik daar woorden aan te geven. Ter afsluiting van mijn verhaal nog wat voorbeelden daarvan.

Eerste voorbeeld

Om te begrijpen wat er zo mis is gegaan in onze landbouw, is het goed om het verschil tussen een boerderij en een autofabriek te kunnen uitleggen. Landbouw hoort thuis in het gebied van de levensprocessen, niet in de dode wereld van de industrie. Als je die vergissing maakt, wordt voedselproductie een soort fabrieksproces, waar levenskrachten weinig meer te zoeken hebben, evenmin als zelf herstellend vermogen van de productiefactoren grond, water en lucht. Het is mooi om duidelijk te maken dat landbouw haar belangrijkste ‘’grondstof’’, de bodem, kan verbeteren in plaats van verbruiken. En dat gewassen en vee, de ‘’producten’ uit de landbouw, zichzelf kunnen re-produceren, in plaats van een berg afval en vervuiling op te leveren zoals in de industriële productie gebruikelijk is.

Ander voorbeeld

Om te begrijpen hoe desastreus de effecten van kunstmest en bestrijdingsmiddelen op de bodem zijn, is het goed om uit te kunnen leggen dat de bodem geen chemo-box is maar een levend orgaan van het landbouwbedrijf, en dat bemesting niet een kwestie is van mineralensommen uitrekenen maar van bodemleven voeden. Met een bak vol krioelende bodemdiertjes dringt dat besef vaak onmiddellijk door. Het verschil tussen de werking van kunstmest en van organische mest leg ik vaak uit door mensen te laten nadenken of het iets uitmaakt of je een appel eet, of een vitaminepil met dezelfde inhoud. Ja, dat maakt uit, vindt iedereen. En wat dat dan uitmaakt? In het gesprek dat volgt realiseren de meeste mensen zich dan dat ook het groeiseizoen en de zomerzon het appeltje iets meegeven wat ons voedt. En dat het dus essentieel verschilt of je iets levends of iets doods eet. En dat dat dus ook voor de voeding van het bodemleven geldt, en voor de gewassen. Die hebben ook levend voedsel nodig, in plaats van kunstmest.

Derde voorbeeld

In gesprekken over veehouderij probeer ik het verschil tussen mens en dier te benoemen. In onze tijd hebben we dieren enerzijds tot productiemiddelen, tot dingen gemaakt. Anderzijds hebben van dieren knuffelbeesten gemaakt in de manier waarop we met onze honden en poezen omgaan, en in hoe we naar dieren kijken. We projecteren menselijke eigenschappen en gevoelens op dieren. Daarmee doen we dieren tekort. We moeten ze hun eigen bestaansrecht gunnen, dieren in hun waarde laten, eren, en we moeten als mensen onze verantwoordelijkheid nemen in de zorg voor dieren en hun leefomgeving.
Natuurlijk komt ook altijd de vraag wat BD-landbouw met de kosmos van doen heeft. Dat is een spannende vraag. Ik probeer van de opvatting dat BD-boeren iets zweverigs met maanstanden en preparaten doen, te komen bij het door iedereen diepgevoelde besef dat het leven op aarde in één grote wisselwerking staat met alle andere planeten en het hele universum. De invloed van de zon op dag en nacht en op de seizoenen, de invloed van de maan en de getijden en sapstromen in planten, zijn van levensbelang en voor iedereen eenvoudig te volgen. Denk je dan echt dat de andere planeten geen invloed hebben en voor Piet Snot aan de hemel hangen?
En ten slotte de vraag die erg vaak gesteld wordt: wat kan BD-landbouw voor verschil maken? Dan vertel ik over verschil tussen een landbouw die doodloopt en een landbouw die leven brengt, zowel ecologisch, economisch als sociaal. Een landbouw die ons kan voeden, die werk weer zinvol maakt en mensen tot elkaar brengt. Die de agro-industrie kan verheffen tot landbouwkunst. Met boeren die, als het er op aankomt, ook op de barricaden klimmen. Dat is wat BD-landbouw te bieden heeft en dat is wat onze wereld die in brand staat, nodig heeft.

Opdat de mens zon wordt voor de aarde.